Roparun 2015: verslag dag 2

24-06-2015

Na een goede nacht slapen, verdelen we alle spullen over de busjes. Ik krijg een sleutel in mijn handen geduwd en dat is ons domein dit weekend. Een geweldige ruime bus, alle tassen en alle fietsen achterin de laadruimte, onze hele ploeg over de banken en Erik voorin met genoeg muziek om de wereld rond te reizen. Op naar de start!

Daar aangekomen krijgen we een plek aangewezen waar we de wagens kwijt kunnen, moeten we ons inschrijven en hebben we een pasta-party. Iedereen van ons team heeft er recht op, dus het is een lange tafel als uit de reclame van een bepaalde pastasaus. Na andere teams aangemoedigd te hebben bij de 1ste start, gaan wij onze rustpunten belmomenten doornemen.

14:37:55, team Sterk Staaltje staat klaar! Iedereen telt mee: "5,4,3,2,1!!!!" De geöliede machine die Sterk Staaltje heet is in beweging en zal niet meer stoppen tot maandag middag op de Coolsingel! Marco mag de eerste stappen zetten, gevolgd door Cris, Theo en Henk-Jan op de fiets. De rest van het team staat langs de start om aan te moedigen, te filmen en foto's maken. Het eerste stuk na de start is Run-Bike-Run, iets wat we nog veel vaker tegen gaan komen. Na een aantal kilometer mogen we er bij komen met de bus. Op een parkeerplaats langs een rustige weg wachten we de lopers op. Het duurt niet heel lang voor we bekende gezichten om de bocht zien komen. Voor de fietsters het een teken om ook aan het werk te gaan. Zij zullen de rest van de route, waar het geen Run-Bike-Run is, de lopers beschermen tegen het verkeer en de weg wijzen. Het wisselen gaat heel soepel, de lopers gaan geweldig, de fietsters als een trein. In de bus gaat alles ook op rolletjes. Wat een heerlijk gevoel blijft dat toch, die karavaan van teams over de Franse wegen.

Het duurt niet lang voor we de stad uit zijn en in de landelijke gebieden komen. Graan, koolzaad, en vele andere gewassen op de heuvels zo ver je kan kijken. Een boerderij, een watertoren, en heel veel windmolens breken het landschap op. Het is heerlijk om hier te mogen rond rijden. Samen met Erik zoeken we de weg, zelfs de 9e keer is het gewoon heel erg opletten hoe je moet rijden. Elke kilometer zoek ik een parkeerplek, een insteek naar een weiland, een parallel stukje weg, een dood lopend straatje. Dat gaat over het algemeen heel erg goed, de ene keer 800 meter, dan 1100 meter. Als het veel meer is, trekken we de reservefiets eruit, loper er op terugfietsen, en een klein stukje Run-Bike-Run. We hebben nog heel wat kilometers te gaan. We zitten 40 kilometer in onze etappe als er gebeld moet worden om het andere team klaar te laten staan. "We zijn er met ongeveer een uur!" Het aftellen naar de eerste rustplaats is begonnen, nog 10 kilometer te gaan. De telefoon gaat: "Het laatste stuk voor de wissel is erg steil!" Dit geven we door aan de fietsers en lopers, ik heb er als chauffeur weinig moeite mee. Na een steile klim, volgt een bocht met een nóg steilere klim! En daar boven staat, in een bocht, team B!

Heerlijk, je eigen team leden! Na 50km zie je erg bekende gezichten, en het rustpunt is nabij. Warm eten, drinken en een vers veldbed gaan door mijn gedachten. De wissel gaat geweldig. Marco loopt het laatste stuk, en vliegt de andere Marco in zijn armen. Heerlijk, zo'n enthousiaste ploeg! Wij pakken de bus in, fietsen achterin, lopers en fietsters zoeken een plekje, Erik zet de locatie van het rustpunt in de navigatie, en we vertrekken. De weg gaat over binnenwegen, over het parcours, over de snelweg, door kleine dorpjes. Als chauffeur blijf ik hier van genieten, en we hebben met een klein uur het rustpunt gevonden. Alle tassen gaan uit de bus, iedereen zoekt een bedje op en we krijgen wat te eten. Helaas, komen we er achter dat onze teamleden voor het kamp er niet zijn, die staan 100 km verderop bij rustpunt 2. Wij rollen onze slaapzakken uit, en pakken de rust die we zo hard nodig gaan hebben. Na een tijdje gelegen te hebben, heb ik voor mijn gevoel niet geslapen. Er gaat zo veel door je lichaam en door de rustplaats heen, dat echt slapen er niet in zit. "Chauffeur Sterk Staaltje?!" wordt er geroepen. Volgens mij is dat voor mij, nu al tijd? "Wat hebben jullie nodig in de bus?" Water, sportdrank, repen en normale broodjes. "Ga ik voor jullie pakken!" Dat is wel heel erg lekker, scheelt ons weer werk. Wij worden wakker, ruimen onze spullen op en pakken de bus in. Ik vraag waar het wisselpunt is, maar dat had Erik al helemaal uitgezet. Wij wachten daar op team B, met het zeer belangrijke code woord "boterkoek". Daar zien we uit het duister een bekend busje aan komen. Niet lang daarna komen de fietsters en de loper aan, en we worden afgetikt. Team A gaat de zeer donkere nacht in! De weg zoeken en wissel plekjes vinden gaat allemaal net wat moeilijker. Ik moet me duidelijk meer concentreren op mijn taak. Maar het gaat allemaal vrij soepel.

Ineens, als ik de bocht om ga, worden we met groot licht in ons gezicht geschenen. Een fietser met een hele felle LED lamp. Hij wil de grond voor de loper verlichten, maar schijnt meer op ooghoogte. Het idee is leuk, maar we hebben er een behoorlijke tijd last van. Tot ergernis van meer teams, zelfs hun eigen loper en achterste fietser. Nadat onze lopers alles op alles gezet hebben om ze voorbij te lopen, komen we al op het punt dat we moeten bellen. We gaan als een speer, wat een geweldig team! Op het volgende rustpunt staat ons eigen kampteam klaar, we worden met open armen ontvangen. Er staat pasta klaar, er is drinken wat je kan pakken en er wordt meteen gemasseerd.Ik ga zitten met een bord pasta, maar krijg er geen hap van naar binnen. Ik was er simpelweg te moe voor. Geraldine komt uit de keuken met een gehaktbal. "Hier, opeten!" Met moeite krijg ik 'm naar binnen en ga met m'n spullen naar een bedje. In een donker en stil hoekje van de grote slaapzaal ben ik gaan liggen. Ik heb nog meegemaakt dat het licht uit ging en sliep enorm. Het volgende moment is het niet meer donker, maar klagen over het licht had geen nut. De zon was op! Ruud is bezig iedereen rustig wakker te maken. Ik kijk hem aan, vanaf de andere kant van de zaal, en weet voldoende. We mogen weer!

Groeten,
Dennis Heijmans (chauffeur)